Vorige week organiseerde ik namens het CDA Almere een gesprekstafel over de huisartsenzorg in Almere. Het gaat namelijk niet zo goed met de huisartsenzorg. Steeds meer burgers hebben geen vaste huisarts. Hoeveel dat er precies zijn is ten tijde van plaatsing van dit artikel nog niet bekend, maar dat het er duizenden zijn is wel duidelijk. Er zijn grote huisartsenzorgen.
Poortwachter
”Onze” huisarts is een typisch Nederlandse uitvinding en wordt vaak de poortwachter van de zorg genoemd. In principe ga je eerst naar de huisarts en pas daarna naar een specialist. In andere landen is dat niet zo. In Duitsland heb je wel huisartsen maar kan je ook gewoon naar allerhande specialisten die veelal een specifieke polikliniek hebben voor 1 bepaalde klacht; een buikpijnpoli, een snotterpoli, een allergiepoli. In Duitsland gaat de gemiddelde volwassene ook 6 keer zo vaak naar de dokter dan wij hier in Nederland. Dat is niet perse beter. Het is vooral ook duur en niet zo efficiënt. Een huisarts kan problemen vaak al eerder oplossen en denkt mee naar welke specialist je het beste kan gaan. En of je daar dan nog naartoe moet gaan. Hoewel dat laatste misschien iets is van mijn eigen vak: de specialist ouderengeneeskunde.
Zorg van wieg tot graf
Onze Nederlandse huisarts is idealiter ook een dokter die makkelijk bereikbaar is, die jou en je familie al jaren kent en waar je dus niet steeds je hele verhaal hoeft te vertellen. Doordat zij je langer kent kan ze ook goed inspelen op problemen die zich wel met lichamelijke klachten voordoen maar misschien komen door iets anders; bijvoorbeeld de ruzie met je buren, het overlijden van je partner of de miskramen die je hebt gehad.
Zoals ik het nu beschrijf klinkt het misschien wel wat erg romantisch, maar dit is wel het idee. Zorg van wieg tot graf. En voor velen is dit ideaal nog steeds springlevend. Verwachtingen zijn hooggespannen. Zowel van de huisartsen zelf als van diegene die naar de huisarts gaan. Maar ergens weten we natuurlijk dat dit ideaal niet meer vanzelfsprekend is, maar nog steeds waardevol.
Spoedzorg?
Door de huisartsenzorgen staat ook de kwaliteit van zorg onder druk. Want in Nederland kan je niet zomaar aankloppen bij het ziekenhuis, de internist of cardioloog. Je moet eerst langs de huisarts. En dat is goed. Maar wat doe je als je lang moet wachten voor een afspraak? Dan ga je misschien wel sneller naar de spoedeisende hulp of naar de huisartsenpost. Als je geen vaste huisarts hebt is het, vanuit het idee van de patiënt, misschien niet eens zo vreemd om naar de huisartsenpost te gaan.
Of je belt te laat en wacht te lang met bellen. Omdat je de dokter niet wil storen. Iets wat voorkomen had kunnen worden wordt dan misschien wel spoed. Dat zien we helaas vaak bij ouderen. Zij wachten vaak te langen en komen daarom juist sneller op de spoedpost. En helaas loopt het dan ook daar weer vast.
Hoge werkdruk
Dan is er nog de hoge werkdruk bij de huisartsen zelf. (en bij praktijkondersteuners, assistenten, verpleegkundigen en triagisten….en wie ik nog vergeten ben!) Door die hoge werkdruk wordt het ook steeds minder leuk om te werken in de zorg. Terwijl we juist wel veel mensen nodig hebben. Niet alleen in NL, maar vooral ook in Almere. Als we willen groeien met inwonersaantallen en ook nog extra zorg leveren aan bijvoorbeeld vluchtelingen, dan hebben we ook mensen nodig die de zorg kunnen leveren. Nu is werkdruk niet iets nieuws, zoals uit onderstaand artikel blijkt. Belangrijk om dus ook aandacht te hebben voor de zorgverlener. Want alleen met gezonde en goed gesteunde zorgverleners krijg je goede zorg!
‘Het aantal armlastige patiënten is sterk toegenomen, ja verdubbeld. Maar het aantal artsen is niet evenredig uitgebreid. Het gevolg daarvan is, dat iedere dokter reeds 8000 à 9000 patiënten moet behandelen. (…) Men vraagt van de doktoren een werk, dat onmenschelijk is. (…) Op ieder spreekuur komen niet minder dan 200 personen. Onder deze omstandigheden benijdt spreker deze doctoren niet. Zij verrichten een werk, dat hun gezondheid bedreigt.’
verslag van Amsterdamse gemeenteraad in Het Volk in 1932.
Uit: Medisch contact; 21 december 2017, door S. Pauw
Is huisartsenzorg iets van de raad?
Jazeker! Een gemeenteraad moet zich bezighouden met de gezondheidszorg in haar gemeente omdat dit enorm veel invloed heeft op het welzijn van de burgers van de stad. Wie anders kan namens de burgers signaleren en bespreekbaar maken waar het beter moet? De zorgverzekeraar? De NzA? Dat zijn instituten die ook een hele andere rol hebben en erg ver van de burgers staan.
Gelukkig wordt in het net gepubliceerde zorgakkoord (een document vol plannen en afspraken tussen heel veel verschillende instanties, over de zorg die onder de zorgverzekeringswet valt) ook heel duidelijk aangegeven dat gemeentes een belangrijke rol hebben in de organisatie van de zorg. Dus ja, het lijkt me dat iedere gemeenteraad op de hoogte moet zijn van hoe het is gesteld met de huisartsenzorg in hun gemeente. En daar op moet toezien.
Wat kunnen we doen?
De gesprekstafel was een eerste stap. Een probleem oplossen begint met het probleem vaststellen en bespreekbaar maken. Ik spreek, naar aanleiding van de gesprekstafel, binnenkort met nog meer huisartsen burgers van Almere. Om signalen en tips uit de stad door te kunnen geven. Want alleen samen komen we tot goede oplossingen en ideeën. En zorgen we dat iedere Almeerder goede zorg dichtbij heeft. Nu en over 10 jaar. Dat is een leuke puzzel om met goede moed mee aan de slag te gaan!
zie voor het volledige artikel uit Medisch contact
https://www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/artikel/geschiedenis-van-het-drukke-spreekuur.htm